Preek op Hemelvaartdag, 
in het jaar B, serie 2002-2003

Voor de tekst van de Evangelie-lezing van deze dag en een meditatie
klik hier en zoek de juiste week

Andere PREKEN van de week - Archief

Reacties? klik hier en stuur een e-mail.

Preek op Hemelvaartdag, jaar B, B2003TSP06hemel.html,
in de parochie van de H. Bartholomeus te Poeldijk op woensdagavond 28 mei, 19.00 uur,
en donderdag 29 mei 2003, te Heenweg om 9.30 uur en Hoek van Holland, 11.00 uur,
door pastoor Michel Hagen. AMDG.

E.L.:    Hand. 1, 1-11.    
T.L.:    Ef. 1, 17-23    Ev.:   
Mc.     16, 15-20

Homilie

Het is niet gemakkelijk om over Christus’ hemelvaart te preken. Ik bedoel het in deze zin. Als je je afvraagt wat die hemelvaart nu precies is, loop je het risico om je te verslikken in de beschrijving van zijn hemelvaart. Vandaag hebben we drie lezingen, zoals we hier gebruikelijk doen bij hoogfeesten. In die drie lezingen wordt op drie verschillende manieren gesproken over Jezus’ hemelvaart. Marcus zegt het in het Evangelie kort en bondig: ‘Nadat de Heer aldus tot hen gesproken had, werd Hij ten hemel opgenomen en Hij zit aan de rechterhand Gods.’ Paulus neemt alleen dat laatste stukje op in zijn brief aan de Christenen van Efese:
Dezelfde sterkte en kracht heeft Hij betoond in Christus, toen Hij Hem opwekte uit de dood en zette aan zijn rechterhand in de hemelen, hoog boven alle heerschappijen, machten en krachten en hoogheden en boven elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze maar ook in de toekomstige tijd.’ Terwijl Lucas in de eerste lezing heel plastisch Jezus’ hemelvaart beschrijft: ‘Na deze woorden werd Hij ten aanschouwen van hen omhooggeheven, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen.’ Drie schrijvers, die in de eerste vijftig jaar na Jezus’ hemelvaart hier over schrijven, en die dat met andere accenten doen.

Dus komt de vraag, wat doen wij ermee? Je loopt natuurlijk het gevaar om je te verliezen in discussies over de vraag: ‘Hoe is die hemelvaart er nu aan toe gegaan?’ Marcus laat het open, Paulus praat er niet over en Lucas maakt het ineens heel concreet, zo concreet dat we ons er eigenlijk niet zoveel bij kunnen voorstellen. Toch is waarschijnlijk Lucas degene die het laatst zijn verhaal heeft opgeschreven en dus heeft aangevuld wat hij bij de anderen miste. Lucas is trouwens altijd concreet, beschrijvend, alsof hij er geen twijfel over wil laten bestaan en onze vragen wil voorkomen. Die hemelvaart is in zijn beschrijving heel duidelijk en concreet, waarschijnlijk omdat in die tijd mensen geneigd waren allerlei verhalen louter spiritueel en figuurlijk op te vatten. In stromingen als de gnosis en andere stromingen was het lichamelijke niet in tel. Misschien dat hij daarom deze hemelvaart zo concreet beschrijft.

Misschien dat hij zo wil zeggen: Jezus is mens geworden, en nu als mens is Hij ten hemel opgenomen. Hij heeft zijn menszijn niet afgelegd, juist als mens is Hij nu in de hemel. Zo noemt Marcus dat Hij zetelt aan Gods rechterhand. En ook Paulus vult dat nog een keer heel uitgebreid in.

Dat zijn de lezingen vandaag over Jezus’ hemelvaart. En dan wij. Wij waren er niet bij. Geen camera in de aanslag, geen helikopter om het te filmen, geen raket om Hem te volgen, want dat zouden we zo graag doen. Vastleggen bestuderen, analyseren en kopiëren, zodat wij het ook kunnen bijvoorbeeld. Maar daarmee doen we Lucas en de anderen tekort. Paulus heeft meteen de kern getypeerd, Marcus noemt dit ook en Lucas probeert ons te behoeden voor misvattingen.

Wat kunnen wij ermee? De afgelopen zondagen hebt u mij horen spreken over geloof metterdaad, geloven als werkwoord, zoals liefde, waarheid en gerechtigheid
werkwoorden zijn. We komen er met Pinksteren nog op terug. Dat zien we hier ook. Paulus spreekt over hoop, over sterkte en kracht, dat wat we in Jezus hebben gezien. De kracht die nu in ons werkzaam is. Marcus zegt: ‘Maar zij trokken uit om overal te prediken, en de Heer werkte met hen mee en schonk kracht aan hun woord door de tekenen die het vergezelde.’ En Lucas beschrijft de leerlingen die naar de hemel staan te staren en die de belofte krijgen dat Hij zal wederkomen. Dan gaan zij ook aan de slag, ze kiezen een vervanger voor Judas, ze beginnen met gebed om de komst van de heilige Geest af te wachten. Wanneer die komt zal Petrus met de anderen naar buiten treden en aan het werk gaan.

Jezus’ hemelvaart is de afsluiting van zijn aardse bestaan, van zijn verschijningen. De tijd van Pasen tot Hemelvaartdag wordt beschreven als een tijd van omschakeling, van gewenning. Jezus is er, maar Hij is anders aanwezig dan vóór die tijd. Hij werkt door, maar nu vooral in hen. Hij is aanwezig, maar meestal verborgen in een vreemdeling. Ze moeten Hem leren herkennen.

Nu begint een nieuwe tijd, onze tijd, die aanvangt met negen dagen, de Pinksternoveen. Want met Jezus aan Gods rechterhand, hebben wij een voorspreker, een hulp, een kracht een middelaar, een hogepriester in de hemel, op de hoogste plek. Er kan dus geen kracht of macht meer zijn die zijn plan kan dwarsbomen.

Maar om die kracht in ons aan het werk te laten gaan moeten wij ons openstellen. Hoe Jezus vanuit deze aarde overgegaan is naar dat nieuwe bestaan, is moeilijk te beschrijven, als we maar weten dat Hij werkelijk als mens, met heel zijn menszijn zetelt aan Gods rechterhand. Dus ook zijn menszijn is ons hoogste voorbeeld, onze hoogste waarde, onze belangrijkste norm. Hoger bestaat niet, Hij zetelt aan Gods rechterhand. Er is geen kracht of macht op aarde die belangrijker of sterker of wezenlijker of effectiever of beter of wat dan ook zou kunnen zijn.

Wat kunnen wij ermee? Vroeg ik me net af. Dit punt in ons laten doorwerken. Jezus kennen is het belangrijkste om deze wereld te veranderen, want Hij is het beste medicijn. Jezus kennen is een geneesmiddel voor het diepst van onze ziel. In alles wat Hij gezegd heeft, gedaan heeft, ligt een uitnodiging om Hem na te volgen. Hemelvaartdag is een uitnodiging om Hem in ons eigen hart, in onze eigen hemel, in onze eigen ideeën over God, in onze waarden en normen, aan hem de eerste plaats te geven, want Hij is opgestegen ten hemel. Niet als een droom, als een idee, als een geest, die je niet kunt navolgen, maar als een mens.

We gaan ook dit jaar weer met de Pinksternoveen beginnen. Aan het einde van de viering wordt een kaart uitgedeeld met een gebed erop, dat we landelijk willen gebruiken om iedere dag vanaf vandaag tot aan Pinksteren te bidden. Dan kunnen wij op de zaterdag voor Pinksteren feest vieren in Utrecht, vanuit het geloof dat God met zijn Kerk doorgaat. En we kunnen met Pinksteren feest vieren met pastoor Schrama die zijn vijftigjarig priesterfeest viert. Maar bovenal mogen we dan feest vieren omdat God ons de Geest van zijn Zoon in het hart stort, zodat wij gaan doen wat Hij heeft gedaan. Ik wens u een gezegde Pinksternoveen. Amen.


Reacties? Stuur een e-mail.

Terug naar top van deze pagina

Terug naar homepage

NedStat