Preek op de tweeëntwintigste zondag door het jaar B, 
serie 2002-2003

ARCHIEF PREKEN VAN DE WEEK

Voor de tekst van de Evangelie-lezing van deze dag en een meditatie 
klik hier en zoek de juiste week 

KLIK HIER OM DE PREEK TIJDENS DE VIERING VAN HET LAATSTE WEEKEND TE BELUISTEREN (Real Audio) 
KLIK HIER OM DEZE VIERING IN ZIJN GEHEEL TE BELUISTEREN (Real Audio)


Reacties? klik hier en stuur een e-mail. 

Gezinsviering zaterdagavond. Een verhaal. De droom van Bartholomeus.
Zondag parochiefeest H. Bartholomeus. Thema: 'Trouw'.

Preek op de tweeëntwintigste zondag door het jaar B, B2003DHJ22Bart.html.
Eucharistieviering in de parochie van de H. Bartholomeus te Poeldijk za.23/8/2003, 19.00 uur (gezinsviering).
Door pastoor Michel Hagen. AMDG.

E.L.:     Deut. 4, 1-2. 6-8    
T.L.:     Jac. 1, 17-18. 21B-22. 27.
Ev.:      Joh. 1, 45-51

Homilie

Wie van de kinderen wil hier komen zeggen waar hij of zij van droomt?

Vandaag wil ik het hebben over de droom van Bartholomeüs.
Eerst vertel ik iets over hem zelf. Bartholomeüs had twee namen. Hij heette ook Nathanaël, die naam betekent: ‘Door God gegeven, ofwel geschenk van God’. Dat was de naam die zijn ouders hem hadden gegeven, en die ze het liefst gebruikten vanwege de mooie betekenis. Maar zijn opa en zijn vader waren ploeger geweest, zij ploegden het land, het waren sterke mannen, zoals Bartholomeus zelf ook was. Hij kon goed met de ossen en de ploeg overweg. Daarom noemden ze hem in het dorp meestal zoon van de ploeger, Bartholmai, later werd dat in de Latijnse taal Bartholomeüs.

Wij Nederlanders maken daar meestal een korte naam van en zeggen gewoon Bart. Misschien deden zijn vrienden dat ook wel, maar misschien noemden ze hem ook wel Natan, naar de mooie naam Natanael, die hij bij zijn geboorte had gekregen van zijn ouders, want zij vonden hem een echt geschenk van God.

Bart zat graag in de tuin van zijn vader achter het huis. Als hij gewerkt had en de zon begon al te zakken, dan ging hij het liefst in de tuin zitten. Zijn opa had daar vroeger allerlei bomen geplant. Er stonden olijfbomen, maar ook vijgenbomen. En aan de rand stonden nog verschillende druivenbomen, met genoeg druiven om na de oogst een paar flinke kruiken wijn van te maken. Daar was ook zijn lievelingsplekje, onder de grootste en de oudste van de vijgenbomen pal naast een paar mooie druivenbomen. Soms viel er zomaar een rijpe vijg in zijn schoot. En als de druiven rijp waren vond hij het heerlijk om zo wat te snoepen.

Zijn grote vriend Filippus kwam hem vaak opzoeken als hij daar zat. ‘Zo Bart, wat zit je weer te dromen?’ Dat vroeg Filippus wel eens als Bart met zijn ogen dicht van de avondzon zat te genieten. ‘Waar ik van droomde? Ik droomde van het beloofde land.’ ‘Hoezo beloofde land, daar wonen we toch al. Dit is toch het Beloofde Land, dat God aan onze Vader Abraham had beloofd?’ ‘Ja, dat weet ik wel, maar voor mij is dit pas echt het beloofde land als iedereen hier vrij kan leven. Het beloofde land is volgens mij niet alleen een stuk grond, dat je kunt ploegen of waar je bomen in kunt planten. De Romeinen zijn hier de baas. En we moeten soms meer vijgen en wijn aan hen afdragen, dan dat we zelf kunnen houden. Dan is dit volgens mij nog niet het Beloofde Land, zoals God het heeft bedoeld.’

‘Ik ben het met je eens’, zei Filippus, ‘Maar wees wel nuchter. Als de Romeinen ooit weg zijn, duurt het niet lang of we hebben weer oorlog met Samaria, of ze komen vanuit Perzië. Dat ideaal waar jij van droomt, is een droom. En dromen worden nooit waar’.

Die middag zat Bart weer onder zijn geliefde vijgenboom. Hij had de zaterdag ervoor in de synagoge uit de Bijbel horen lezen, een verhaal van de profeet Micha. Die profeet had ook een droom gehad en had die opgeschreven. Hij zei: ‘Eens zal God Zelf de leiding overnemen, net als eens in Egypte, God zal zorgen dat het rechtvaardig wordt in de wereld. Hij zal spreken tot koningen en Hij zal vrede brengen. Dan zal iedereen zitten onder zijn eigen druivenboom of zijn eigen vijgenboom. Niemand die hem meer laat schrikken, want God Zelf heeft dan zijn woord gesproken.’

Dat vond Bart een mooie tekst, het leek een beetje op de droom die hij zelf had. Juist als hij dat zit te overdenken komt Filippus naar hem toe. ‘Bart, ga mee, we hebben iemand gevonden die volgens ons de beloofde Messias is.’ ‘Joh, doe eens gewoon, hoe weet je nu dat Hij de Messias is. Er zijn er zoveel die zich voor Messias uitgeven.’ ‘Nee, echt waar’, zei Filippus. ‘Ken Je Simon, de visser, de Zoon van Jona. Die heeft het gezegd, hij is met zijn broer Andreas naar Hem toe gegaan. En ken je Jacobus, die is met zijn jongere broer Johannes ook naar Hem toegegaan. Je moet echt mee gaan en die man leren kennen. Hij is anders dan alle anderen. Als Hij je aankijkt, dan lijkt het wel of Hij door je heen kijkt. Niet verkeerd of zo, maar juist heel goed. Je hoeft voor Hem niets te verbergen. Hij weet het toch wel.’

Bart is opgestaan. Hij loopt mee en zegt. ‘Ik laat me niet zo snel overtuigen. Ik zal hem echt wel even uitproberen. Als er ook maar een schijntje bedrog in het spel is, dan prik ik er doorheen. Een Messias moet volkomen eerlijk zijn, de Messias moet een zoon van God zijn, een koningszoon.’

Tegelijk dacht Bart aan de droom van Micha, over de vijgenboom en over de wijnrank. Over de redding die God zou brengen. Zou dit echt degene zijn waar de profeet Micha van gedroomd had? Voor hij er erg in heeft komen ze bij het huis van Jezus, en nog voor hij iets kon zeggen, hoort hij de stem van die onbekende man, die tegen de anderen zegt: ‘Dat is waarlijk een zoon van Israël, in wie geen bedrog is.’ Bart staat helemaal paf en zegt: ‘Hoe kent U mij?’ Jezus gaf hem als antwoord: ‘Voordat Filippus je riep, zag ik je al onder de vijgenboom zitten’.

Toen wist Bart even niet meer hoe hij het had. Zijn geliefde plekje, waar hij zoveel had nagedacht, waar hij heerlijk kon wegdromen en waar hij zo goed had kunnen bidden. En hij dacht aan de synagoge, met de droom van de profeet Micha over de vijgenboom en de wijnrank en de redder die zou komen. Jezus had geen beter woord kunnen zeggen dat dit ene zinnetje. ‘Voordat Filippus je riep, zag ik je al onder de vijgenboom zitten’. Bart keek Jezus aan en zei: ‘Rabbi, U bent de Zoon van God. U bent de koning van Israël.’

Het leek even of Jezus lachte, maar het klonk toch ook ernstig, toen Hij zei: ‘Geloof je nu, omdat Ik je zei, dat Ik je onder de vijgenboom zag zitten? Let op. dit is nog maar het begin. Je zult grotere dingen zien dan deze. Ja, werkelijk, je zult de hemel open zien en de engelen van God zien opstijgen en neerdalen in dienst van de Mensenzoon’.

Toen Bart die avond naar huis ging, was hij stil. Hij had niet alles helemaal begrepen wat Jezus zei, maar dat hinderde hem niets. Dat komt nog wel. Het was allemaal zo wonderlijk en schijnbaar zo toevallig. Hij wil nog maar één ding. Hij wil met die Jezus meegaan, net als Petrus en Andreas, net als Jacobus en zijn broer Johannes. Als zijn vriend Filippus ook ja zegt, dan weet hij het wel. Dan is hij morgen al bij Jezus om zijn leerling te worden. Amen.


Preek op de tweeëntwintigste zondag door het jaar B, B2003DHJ22Bart.html.
Eucharistieviering op zondag, in de parochies van ‘s-Gravenzande en Poeldijk, 09.30 en 11.00 uur.
Door pastoor Michel Hagen. AMDG.

Thema:  Trouw
E.L.:      Deut. 4, 1-2. 6-8    
T.L.:      Jac. 1, 17-18. 21B-22. 27.
Ev.:       Joh. 1, 45-51

Homilie

Je hoeft niet te vragen wat het thema van deze viering is. Niet alleen de titel aan de voorkant, maar ook het plaatje van mensen rondom een altaar, die elkaar een hand geven, maakt dat duidelijk.

Hoeveel van u hebben ooit deze vraag beantwoord: Beloof je (hem/haar) trouw te blijven, in goede en kwade dagen, in armoede en rijkdom, in ziekte en gezondheid, beloof je (hem/haar) lief te hebben en te waarderen, al de dagen van je leven? Ja ik wil! 

Beloof je trouw te blijven? Trouw heeft alles te maken met trouwen, met getrouw, betrouwbaar, vertrouwen en toevertrouwen. Je vertrouwt iemand omdat hij of zij trouw is. Trouw niet een simpel iets, zoals dik of dun, groot of klein. Trouw heeft met veel dingen te maken, zoals met liefde, maar ook met consequentheid, met loyaliteit, met volharding, met stevigheid en nabijheid.

Mozes sprak tot het volk: ‘Luister dan Israël, naar de voorschriften en bepalingen die ik u leer, en handel daarnaar’. Daarmee begint de eerste lezing. Met andere woorden: ‘Wees trouw aan dit verbond met God, dat in deze woorden is beschreven’. Waarom roept hij daartoe op? Omdat het niet vanzelf gaat! Van al die mooie woorden die we net noemden, trouw, vertrouwen ..., bestaan ook de tegenhangers: ontrouw, echtbreuk, trouweloos en onbetrouwbaar, wantrouwen en afwijzen. Sinds de mens heeft toegegeven aan het verlangen om niet alleen het goede maar ook het kwaad te willen kennen, sinds die tijd lijkt het kwaad ook definitief grip te hebben gekregen op zijn hart.

‘Luister dan Israël’ zegt Mozes. Luisteren vraagt openheid en een toegewijd oor, vraagt bereidwilligheid en aandacht. Vandaag vieren we Bartholomeus, onze patroon. Gisteren heb ik aan de kinderen in een verhaal proberen uit te leggen, hoe hij zo enthousiast kon zeggen: ‘Rabbi, U bent de Zoon van God, U bent de koning van Israël’. Jezus had hem al getypeerd als een echte zoon van Israël, een man in wie je geen bedrog vindt, dus een betrouwbare mens, eerlijk en die volop in het geloof staat. Ook dat heeft alles met trouw te maken. In iemand geloven heeft alles te maken met iemand vertrouwen, overtuigd zijn van iemands trouw. Bartholomeüs staat in de traditie van Abraham. Abraham geloofde dat God zijn woord zou nakomen. Hij vertrouwde helemaal op Gods belofte. En dat waardeerde God zo, dat hij veel tekortkomingen van Abraham door de vingers zag. Geloof en vertrouwen zijn twee zijden van dezelfde medaille. Op God vertrouwen, je aan God toevertrouwen en overgeven, trouw blijven aan God en Gods woord trouw navolgen.

Mozes zei: Je moet naar deze voorschriften handelen en ze stipt ten uitvoer brengen, daaruit zal jullie wijsheid en inzicht blijken’. Na het het luisteren, na woord en antwoord volgt het doen, het uitvoeren. Daartussen zit de trouw, als een innerlijke kwaliteit van hart en ziel. Maar daarvóór zit het vertrouwen, geloven dat God trouw is en betrouwbaar. Zo kon Mozes vertrouwelijk met God omgaan en komen tot een Verbond voor alltijd.

Terug naar Bartholomeus. Ook Bartholomeus heeft net als Abraham, Mozes en al die groten, zijn zwakke momenten gehad. Hij is net als de andere apostelen gevlucht toen Jezus gevangen werd genomen. Hij was aan het laatste avondmaal en vroeg net als die anderen over het verraad: ‘Ik ben het toch niet, Heer?’ Ook hij moest eerst kracht ontvangen van Gods heilige Geest om na Pasen de angst te overwinnen en op pad te gaan. Maar toen hij inderdaad de Geest ontving, is hij trouw gebleven aan Jezus.

Gisteren had ik nog een gesprek met wat jonge mensen, en dat ging over het verschil tussen Jodendom, Islam en Christendom. Het lijkt er namelijk op dat dit drie religies zijn van mensen die een boek als basis hebben, en dus trouw de regels proberen na te volgen die daarin staan. Dat past ook heel goed bij de eerste lezing, ‘volbreng de regels’, zegt Mozes. En ook in de Islam zal men dat doen, vanuit de Koran. Het lijkt erop dat wij dat ook doen met het Oude en Nieuwe Testament. Toch is er een wezenlijk verschil. Dat brengt de evangelist Johannes onder woorden als hij zegt: ‘Het Woord is Vlees geworden.’

Ofwel, het staat niet meer zozeer op perkament of papier, het is vlees en bloed geworden. Het is werkelijkheid geworden. Filippus bracht Natanaël bij Jezus. Bij een levende mens van vlees en bloed. En Jezus eindigt deze lezing met: ‘Je zult de hemel open zien en de engelen van God zien opstijgen en neerdalen in dienst van de Menzenzoon’. Het Christendom ontwikkelt door, al lijkt dat oppervlakkig gezien soms niet zo. Er is groei in de wereld, met nieuwe gelovigen en nieuwe gemeenschappen, en er is ook groei in inzicht, in sociale wetgeving, in geloofsinzicht. Wij groeien zogezegd met Jezus mee. Hij is en blijft dezelfde, gisteren vandaag en morgen. En tegelijk groeit Hij in zijn Lichaam, dat is de Kerk. Dat betekent dat wij trouw willen zijn aan Hem, als de Levende. Niet als een dode van lang geleden. We leren Hem beter kennen, door dat heilige Boek. Toch staat niet het Boek op de eerste plaats, maar Hijzelf.

Misschien kan het soms dan lijken dat je niet weet wat je moet kiezen. In de boeken staat het zus en zo beschreven, maar is dat niet erg kort door de bocht en radicaal? Als gelovigen kijken we dan niet alleen hoe het in het Boek staat, maar met name ook hoe het in het Lichaam van Jezus er aan toe gaat, hoe grote voorbeelden in alle tijden door Gods genade laten zien hoe het de bedoeling is. Steeds weer geeft Jezus aan zijn Kerk mensen die zo in zijn voetspoor treden, dat wij opnieuw kunnen zeggen: ‘het Woord is vlees geworden’. Mensen die trouw zijn aan die Belofte en dat Verbond van God. Dat zijn de grote heiligen, zoals Bartholomeus, en in onze tijd pater Pio en Moeder Teresa, maar ook de kleine heiligen die je in je eigen leven tegenkomt, mensen die trouw zijn, op wie je kunt rekenen, die volhouden en doorgaan.

Het is niet voor niets dat we op deze dag onze vrijwilligers een hart onder de riem willen steken, door elk jaar weer aan een paar getrouwen de parochiepenning uit te reiken. Niet als een stimuleringspremie, in de zin van, goed zo, doorgaan. Zo niet, want zonder de penning gaan ze ook door. Nee die parochiepenning is met name een teken van bevestiging. Veel mensen doen dingen op de achtergrond, maar als ze niet gebeuren, kan de gemeenschap niet functioneren. Dat maken we even zichtbaar met de parochiepenning. En omdat 25 jaar een tijd is die trouw, volharding en inzet vraagt, hebben we die periode als basis genomen. Enkele parochianen die hun geloof tonen door zich op een meer dan gemiddelde manier in een of meerdere werkgroepen in te zetten, willen we daarom straks aan het einde van de viering onze waardering en dankbaarheid tonen.

Tot slot. Waar komt onze trouw vandaan? De tweede lezing reikt ons het antwoord aan: ‘Broeders en zusters, elke goede gave, elk volmaakt geschenk, daalt neer van boven’. Trouw is ten diepste een gave, een ongelooflijk belangrijke gave, waar we om moeten blijven vragen. En dan oefenen in de praktijk, opdat we eens net zo trouw zijn als onze patroon, de heilige Bartholomeüs, ja, net zo trouw als Jezus Zelf. Amen.


Reacties? Stuur een e-mail


Terug naar top van deze pagina 

Terug naar homepage  

 NedStat statistiek