Preek op kerstavond jaar B,
serie 2002-2003

ANDERE PREKEN VAN DE WEEK

Voor de tekst van de Evangelie-lezing van deze dag en een meditatie
klik hier en zoek de juiste week



KLIK HIER OM DE PREEK TIJDENS DE VIERING VAN HET LAATSTE WEEKEND TE BELUISTEREN (Real Audio)

KLIK HIER OM DEZE VIERING IN ZIJN GEHEEL TE BELUISTEREN (Real Audio)



Reacties? klik hier en stuur een e-mail.

Preek op kerstavond jaar B, serie 2002-2003, B2003ADV06.html.
Eucharistieviering in de parochiekerk van de H. Bartholomeus te Poeldijk,
Jongerenviering, door pastoor Michel Hagen, di. 24-12-2002, 21.30 uur, A.M.D.G. 

Thema: Kom uit het duister.
E.L:      Jes. 9, 1-3. 5-6
EV:       Luc. 2, 1-14

Homilie
Morgenmiddag is er hier kindjewiegen, dan komen de koningen met hun rijke gaven. Kinderen, verkleed als koningen. Koningen prikkelen onze fantasie. Vraag een kind maar eens een kasteel te tekenen. Dan komen er mooie torens en een gracht en een grote poort. We hebben een koning in het schaakspel, je hebt een koningsarend en de koningspinguin, je hebt de koningsaanval en het koningsblauw, net zoiets waarschijnlijk als Poelluks blauw. We kennen het koningsdrama en nog veel meer.

Paleizen komen het moois tot hun recht in sprookjes, maar ook in films als van Harry Potter, grote engelse landhuizen die alles weg hebben van kastelen, wat is er mooier dan zelf de koning mogen zijn in een sprookje. In de geschiedenis betekende koning zijn meestal echter macht. Macht over land, over handel, over mensen en zelfs dikwijls over het geloof. Is het dat wat ons bij de koning misschien nog het meeste aanspreekt. Niemand boven je hebben, jij kan het bepalen. Of dromen we bij het koningschap van de eer en de glamour? Is het niet heerlijk als iedereen zich het vuur uit de schenen loopt voor jou. Als iedereen jou geweldig vindt, jij bent de koning. Dromen we van waardering, dat mensen naar jou luisteren, jou bewonderen. De koning zijn.... Is een directeur niet een beetje koning, de premier, de chef, de bisschop en de pastoor, de advocaat, de minister en de militair, maar ook allerlei personen in de onderwereld die hun imperium opbouwen met hun ondergrondse macht en invloed. Zou er in de psychologie ook zoiets bestaan als het koningscomplex?

Zo gaan we van het sprookje naar de realiteit. Wat verwachten wij van een koning? Daarbij wil ik nog een stap verder gaan. In de Bijbel wordt God aangewezen als de enige echte koning. Alle beschrijvingen over een koning plakken mensen op God. Dat ligt ook voor de hand, want God kun je niet zien, je kunt hem alleen bespeuren en vermoeden. Wat ligt dan meer voor de hand dan God voor te stellen als die alleskunner, als Heer van hemel en aarde, die alles voor het zeggen heeft, die alle touwtjes in handen heeft, die maar hoeft te knippen met de vinger of er ontstaat een nieuw heelal. Net als dat beeld van die koning, waarin we al onze wensen stoppen, zo is ook een beeld van God gegroeid. Eigenlijk zit er datzelfde gevoel achter. Zouden we niet zelf god willen zijn? Net als de jongens van Ajax godenzonen worden genoemd en popsterren zich soms gedragen als kleine godjes?

En toen werd het Kerstmis. Wat heeft God daarvoor gedacht, voordat Hij Maria uitnodigde om moeder van zijn Zoon te worden? Dacht Hij misschien: “Leren ze het nu nooit, snappen ze het dan nog niet? Kennen ze Mij dan nog zo slecht?” Om dat beeld van God als koning bij te stellen, heeft de profeet Jesaja al eerder gesproken. Hij schrijft: “Wonder van beleid, Vredevorst, groot is de macht en eindeloos is de vrede voor de troon van David”. Jesaja speurt naar God, niet als een doorsnee koning, een die eerder bedacht is op zijn eigen voordeel dan dat van anderen. Nee, Hij speurt naar een vredevorst, die wijs is en die goed bestuurt.

Eigenlijk is God bezig dat beeld van de koning langzaamaan bij te schaven. Maar Hij hoopt daarmee ook te bereiken dat ons beeld van God langzaamaan wordt bijgeschaafd. Zodra God zijn Zoon geeft, is het eerste beeld dat we meteen moeten aanpassen, het beeld van de alleskunner, van de grote tovenaar, van de machtige en rijke, van de geweldenaar.  Gods Zoon verschijnt als een kind, kwetsbaar en klein, afhankelijk van Jozef en Maria. Een kind dat met zijn ouders mee moet vluchten voor de vervolgers, een vluchteling, een balling. Wat wil God daarmee zeggen? Wil Hij misschien zeggen dat Hijzelf zich een vluchteling voelt, een balling in zijn eigen schepping? Wil Hij zeggen dat God zelf kwetsbaar is, soms eerder onmachtig dan almachtig. Wat wil God ons zeggen door de geboorte van zijn Zoon?

En waartoe wil God ons uitnodigen? Eerst corrigeert hij ons idee van een koning. Is een echte koning niet eerder een dienaar voor zijn volk? Jezus zal later zeggen: “Ik ben niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen.” Moet een koning niet opkomen voor waarheid en recht? Jezus zal zeggen: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven.” In Jezus corrigeert God stapsgewijs ons denken. Onze ideeën vragen correctie, onze dromen vragen bijstelling. Maar dat is niet genoeg, want na onze ideeën en gedachten volgen ook onze daden. God hoopt dat Hij zo ook stapsgewijs ons doen en laten kan corrigeren. Want niet alleen onze ideeën over God zijn gekleurd en al te menselijk. Zouden de machtigen, maar ook veel gewone mensen niet graag zelf een beetje voor god spelen? Dan zal Hijzelf komen om ons eerst te leren hoe je mens moet zijn. Leer zo hoe God is? En volg dan God na, volg zijn Zoon na, word mens zoals Hij, dan zal je net als Hij Kind van God worden. Zo gaat zijn weg.

Kerstmis. Het thema luiidt: ‘Kom uit het duister’. Tegen wie zeggen we dit? Tegen God? Maar willen we God leren kennen zoals Hij werkelijk is, willen we dat echt, of houden we toch maar liever die God vast die alle problemen oplost, op wie we kunnen mopperen als de dingen anders gaan. Die machtige God die aan alle touwtjes trekt. Kunnen wij het verdragen als God uit het duister naar voren treedt, als God zichtbaar wordt in zijn Zoon. Of hebben we dan een probleem? Wordt God dan zo gewoon, dat we niet meer geloven dat Jezus zijn Zoon is, echt God in het diepst van zijn wezen. Als God neerdaalt van zijn troon en onze dienaar wordt. Dan wordt het eng, dan wordt het bedreigend. Heb je niet liever een machtige God, dan kan ik van mezelf dromen als van een machtige ik, die alles kan en alles voor het zeggen heeft. Afscheid nemen van het oude al te machtige Godsidee is afscheid nemen van je eigen mensbeeld, jouw diepste wens hoe je zou willen zijn.

Kom uit het duister. Gaat dat eigenlijk niet veel meer over onszelf? Zijn wij niet wandelaars in het duister? Is ons diepste ik niet verborgen achter muren van eigenwaan, van status en eer, van macho gedrag en zelfbescherming? ‘Kom uit het duister’, dat is, ‘kom aan het licht’. Welk licht? Hét licht dat schijnt in de duisternis. Welke duisternis? De duisternis waar de mensheid voortdurend in rond blijft hangen. Mág zijn licht in jouw leven schijnen? Leer Hem dan kennen. Leer Jezus kennen. Hoe kun je hem leren kennen? Ach op zoveel manieren. In de weekendvieringen, door Bijbel- of Alpha cusussen. Maar misschien zijn we wel bang om Hem toe te laten. Want als we net zo mild en zacht worden als Hij, verslijten ze mij dan niet voor een zacht eitje? Als ik net zozeer voor het goede kies als Hij. Als ik zijn Evangelie lees, Hem als voorbeeld probeer na te volgen, houd ik me dan nog staande in deze harde, koude, donker wereld ....? Mens, kom uit het duister. Amen. Zalig kerstfeest. 



Reacties? Stuur een e-mail.

Terug naar top van deze pagina

Terug naar homepage