Preek op de vierde zondag van de Advent jaar B,
serie 2002-2003

ANDERE PREKEN VAN DE WEEK

Voor de tekst van de Evangelie-lezing van deze dag en een meditatie
klik hier en zoek de juiste week



KLIK HIER OM DE PREEK TIJDENS DE VIERING VAN HET LAATSTE WEEKEND TE BELUISTEREN (Real Audio)

KLIK HIER OM DEZE VIERING IN ZIJN GEHEEL TE BELUISTEREN (Real Audio)



Reacties? klik hier en stuur een e-mail.

Adventslied gedurende de vier zondagen van de Advent

Preek op de vierde zondag van de Advent jaar B, serie 2002-2003, B2003ADV04.html.
Eucharistieviering in de parochiekerk van de H. Bartholomeus te Poeldijk,
door pastoor Michel Hagen, za./zo. 21/22-12-2002, 19.00 /10.00 uur, A.M.D.G.  

E.L:     2 Sam. 7, 1-5. 8b-11. 16            
EV:     Luc. 1, 26-38

Homilie
De afgelopen weken hebben we steeds op de dinsdagavond een korte viering gehad als Adventsviering, met de titel: Met Maria op weg naar Kerstmis. Vandaag zijn we heel dicht genaderd, zo dicht, dat we de lezing horen over de aankondiging door de engel aan Maria, vanouds bekend als Maria Boodschap. De Blijde Boodschap begint te klinken in deze eerste groet aan Maria. Het wonderlijke begin van de nieuwe tijd.

Met Maria op weg naar kerstmis. Wat kunnen we van Maria leren op deze dag? Afgelopen donderdag heb ik hierover al een voorzet gegeven tijdens de KBO viering in de Leuningjes en enkele van deze gedachten wil ik graag ook aan u meegeven.

Vandaag willen we naar een jonge vrouw kijken met de ogen van de Bijbel, met de ogen van God, met de ogen van de gelovige mensen. Een jonge vrouw die in alle eenvoud groot is in Gods ogen. Stel dat iemand naar u toekomt en zegt: we hebben gehoord dat u degene bent die we nodig hebben, u bent altijd zo gezellig, of u past zo goed in onze kaartclub, of u bent zo handig. Dan bekruipt de nuchtere Westlander al snel het gevoel: ‘die heeft iets van me nodig’. Dus zeg je: ‘Hoezo?’

Dan gaat die ander door: “Nou, we hebben gehoord dat je toen daar en daar zo goed meedeed, of we hebben gezien dat je altijd optimistisch bent, of we hebben zelf kunnen waarnemen dat je daarin zo enorm goed bent”. De ene pluim na de andere steekt iemand op je hoed. Net als bij een onderscheiding, wanneer al je inzet wordt beschreven, een lintje van de koningin, wanneer de burgemeester een mooi verhaal afsteekt over al je verdiensten. Dat is dan achteraf, maar als iemand vooraf naar je toekomt. Of je wordt bij je baas geroepen die je toespreekt met alleen maar loftuitingen en vervolgens een promotie geeft en salarisverhoging. Je kan dan denken, eindelijk, dat had ik allang verdiend, maar je kan ook op je hoede zijn.

Vandaag heeft Maria zoiets. Schitterende woorden van de engel: Gegroet begenadigde. En even later ”Jouw zoon zal groot zijn, jij wordt de moeder van een koning, Hij zal Zoon van de Allerhoogste genoemd worden. Zijn koningschap zal altijd standhouden....” Het kan niet op. Het nieuwe begin van God is nog wonderlijker dan we hadden kunnen denken.

Wanneer hebt u voor het laatst een echt compliment gehad? “Wat zing jij mooi, wat heb je dat goed gerepareerd, wat kook je weer lekker”. Je hebt het af en toe nodig. In het verleden was men voorzichtig met complimentjes, dan gaan mensen naast hun schoenen lopen, was de angst. U kent het gezegde: “Als niet komt tot iet, kent iet zichzelve niet.” Kort houden is beter. Maar dat was te eenzijdig. Stimuleren en waarderen is goed, tenminste, als het eerlijk, oprecht en niet te veel, maar ook niet te weinig is.

Wat gaat er op dit moment in Maria om. Maria is heerlijk nuchter. Alle mooie woorden gaan in zekere zin langs haar heen. Ze hoort ze wel, heel goed zelfs, maar ze kleven niet aan, want haar innerlijk is zuiver. Eer en roem zetten haar veeleer aan het denken, wat betekent dit, wat moet ik hiermee doen? We weten dat zij meteen daarna haar koffertje pakt en op weg gaat naar Elisabet, de vijftig al gepasseerd en nu in verwachting van haar eerste, tegen alle menselijke verwachting in. Maria denkt dan niet, als ik zo’n belangrijk kind krijg, dan mag ik wel een ander huis krijgen, en wat meer hulp en wat meer aanzien. Niets van dat alles. Zij hoort dat Elisabet al in haar zesde maand is en denkt alleen maar: zij kan mijn hulp goed gebruiken.

Hoe gaan wij om met eer, aanzien, status, complimenten? Hoe gaan wij om met onze talenten, onze ervaring, wijsheid, inzicht? We hebben in Maria een perfect voorbeeld. Maar ook wij als Kerk. Ook de Kerk kan in triomfantalisme ten onder gaan, in de idee, God heeft ons zijn woord beloofd, Hij is met ons alle dagen, zijn woord is onfeilbaar, zijn woord aan Petrus, onfeilbaar waar. Hoe stel je jezelf als Kerk dan op? Ga je naast je schoenen lopen, omdat jij daarmee de wijsheid in pacht hebt? Dan trap je in de oude valkuil waarin de mens vanaf het begin is gestapt.

En wij hebben veel reden om dankbaar en trots te zijn. Wij mensen zijn door God bemind, God vindt ons zo belangrijk dat Hij zijn Zoon zendt. God heeft de mens tot kroon op de schepping gemaakt. Zo gaat de mens zichzelf al heel wat vinden. Maar de mens heeft helemaal geen compliment van God nodig om naast zijn schoenen te gaan lopen. Kijk eens wat ik kan, ik loop op de maan, kijk eens wat ik kan, een computer die kan denken, kijk eens wat ik kan, dieren klonen en nog meer, kijk eens hoe knap ik ben.

Terug naar Maria. Als die engel zo tegen ons had gesproken, met zulke mooie woorden, hoe zouden wij dan gereageerd hebben. Hoe gaan we hier en nu met mooie woorden, met waardering, eer en aanzien om?

De vierde zondag houdt ons de bescheidenheid en trouw van Maria voor. Zij is niet eens erg onder de indruk van deze engel, alsof zij gewend is aan geestelijk inzicht en geestelijke ervaring. Waar schrikt ze wel van? Ze schrok van dat woord: ‘Begenadigde”, “Vol van genade” betekent dat, “Een en al genade”. Wat mag dat woord betekenen? Maria heeft genade gevonden bij God. Van alle mensen op de hele wereld heeft dit meisje genade gevonden bij God. Ze heeft niet de genade van de keizer, van de hogepriesters, zelfs niet van Jozef, maar van God. Alsof zij, enige onder alle vrouwen, voor Gods troon is getreden, en de Koning heeft zijn scepter naar haar uitgestrekt. Genade gevonden bij God. Jij mag in Gods nabijheid vertoeven.

En Maria staat daar namens ons. Heel de mensheid mag voortaan in Gods nabijheid vertoeven. Het begint met deze jonge vrouw, volmaakt eenvoudig, volmaakt echt, volmaakt bescheiden. Het kwaad, hoogmoed, eigendunk, ikzucht, het heeft geen vat op haar. Wij mogen van haar leren waar God welgevallen in stelt, hoe onze houding moet zijn, willen wij Christus kunnen ontvangen.

Een paar dagen voor Kerstmis. In deze viering vragen we God de genade van de bescheidenheid. Dat Hij ons daarbij helpt. In Maria wordt het zichtbaar dat dit de weg is om in Gods nabijheid te kunnen komen. In Jezus zullen we het nogmaals overduidelijk zien. Het is de perfecte voorbereiding op kerstmis. Een klein en nederig hart, wijst Hij niet af. Dat Hij ook in ons genade mag vinden en de Kerk werkelijk begenadigd mag zijn. Dat is echt: ‘Met Maria op weg naar Kerstmis”. Amen. 



Reacties? Stuur een e-mail.

Terug naar top van deze pagina

Terug naar homepage