Homilie op de eerste zondag van de veertigdagentijd, 
door het jaar C (reeks 2000-2001)

ANDERE PREKEN VAN DE WEEK

Voor de tekst van de Evangelie-lezing van deze dag en een meditatie
klik hier en zoek de juiste week



KLIK HIER OM DE PREEK TIJDENS DE VIERING VAN HET LAATSTE WEEKEND TE BELUISTEREN (Real Audio)

KLIK HIER OM DEZE VIERING IN ZIJN GEHEEL TE BELUISTEREN (Real Audio)



Preek op de eerste zondag van de veertigdagentijd, door het jaar C, serie 2000-2001. 
C2001QDR01.html in de parochiekerk van de H. Bartholomeus te Poeldijk, 
door pastoor Michel Hagen, 28 februari 2001, 19.00 uur.  A.M.D.G.

Thema:  Sterk in beproeving 
Zang:    Herenkoor
E.L:      Deut 26, 4-10
EV.:     Lc. 4, 1-13

Homilie

We bidden het heel vaak: ‘Leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van het kwade.’ Iedere keer dat we het onze Vader bidden herhalen we deze woorden van Jezus: ‘Leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van het kwade.’ Vandaag een voorbeeld van zo’n bekoring. Peirasmos, staat er in het Grieks, dat betekent beproeving, test, toets, uitproberen, verzoeking en zo ook bekoring. Jezus in beproeving, en wat lezen we. ‘Hij werd door de Geest naar de woestijn gevoerd’, dus de heilige Geest brengt Hem naar de woestijn, brengt Hem naar de plaats van de beproeving. Dan snappen we nu dat Jezus ons leert bidden: ‘Leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van het kwade.’ 

Een mens maakt in zijn leven heel wat beproevingen mee en als dat al met al meevalt, en je kunt zeggen: het leven is me goed gezind, dan is dat een uitnodiging om anderen te helpen die een zwaarder kruis te dragen hebben, dan mag je een Simon van Cyrene zijn, die Jezus helpt het kruis te dragen. Maar op een of andere manier ontvangt iedere mens een deel van dat kruis, krijgt ieder een eigen kruis te dragen. 

Beproevingen, Jezus in de beproeving. Valt het U op, dat niet God de Vader Jezus beproeft. Terwijl God ons mensen wel beproeft. De Vader hoeft zijn Zoon niet op de proeft te stellen, en de Zoon zal de Vader niet op de proef stellen. Wie beproeft hier? Het is de duivel. Vandaag stelt het Evangelie ons de duivel heel helder voor ogen. Er is geen beschrijving van een bokkig gedrocht, met hoorntjes en klauwerige handen, niets van dat alles. Het is ook geen litteraire fictie, het gaat over een heel belangrijke levensperiode van Jezus, het gaat over heel werkelijke ervaringen. Het gaat niet over hallucinaties, niet over dromen, niet over inbeeldingen of bespiegelingen, het gaat over reële bekoringen en dat kan alles zijn. Dat kan als je iemand ontmoet, dat kan in je woonkamer thuis, dat kan voor de televisie, dat kan met geld, met bezit, met eten, met aandacht, met eer, met uitdaging, met overmoed en zorgeloosheid, de bekoring kan alle gedaanten aannemen die je je maar kunt bedenken. 

Wanneer we een kindje dopen, stellen we de ouders de volgende vraag: De macht van het kwaad is intelligent. Wanneer we niet oppassen geven we door de zonde het meest kostbare prijs, de waarachtige liefde, het leven met God. Wilt u zich hiertegen verzetten en uw kind ertegen beschermen? Allen antwoorden dan: Ja, dat wil ik. 

De macht van het kwaad is intelligent. Wat doet de macht van het kwaad? Die vermengt waarheid met onwaarheid, of gebruikt de waarheid voor het verkeerde doel. Verleden week noemde ik het verhaal in de tuin, Adam en Eva, de boom en de slang. Eva gaat in gesprek met de bekoring: ‘God heeft zeker gezegd dat je in de tuin van geen enkele boom mag eten?’ O, jawel, zei Eva, alleen van die ene boom niet, die mogen we niet eens aanraken, heeft God gezegd, anders zullen we sterven. De slang weer: ‘Wel nee, je zult helemaal niet sterven, maar God wil niet dat jullie ogen opengaan en dat je zelf als God zult zijn.’ 

Zelf als God zijn, dat is de bekoring van de mens, goddelijke kennis bezitten en zelf bepalen wat je mag of wat je niet mag, dat is wel een heel aantrekkelijke vrucht, aan God gelijk zijn. Wat deed de duivel daar. Hij vermengde waarheid met leugen. God heeft de mens gemaakt naar zijn beeld, God gelijkend, maar wanneer we niet één van wil zijn, één van hart met God, dan zijn wij niet langer beeld van God maar worden we beeld van degene die we wel gehoorzamen. Jezus heeft dezelfde bekoring. Als Gij de Zoon van God zijt? Daarmee begint de duivel al zijn bekoringen naar Jezus. Hij pakt Hem aan op zijn diepste identiteit. Wat is uw identiteit, uw diepste overtuiging, uw diepste gevoel. Dat je gedoopt bent, of dat je vader of moeder bent, of dat je een vakman of vakvrouw bent, een kunstenaar, een geroepene? Let op want dat wordt meteen vertrekpunt voor de beproeving. 

Als jij leerkracht of huisvrouw of arts bent, als jij vader of moeder bent, zet toch de dingen naar jouw hand, jij hebt ook rechten. 
Als jij gedoopt bent, waarom zou je luisteren naar de paus, jij bent zelf toch ook kind van God, laat hem naar jou luisteren. 
Als jij schrijver bent waarom luisteren naar de Bijbel, die is toch ook door mensen geschreven, waarom zou jij dat niet beter kunnen? Als jij gelovig bent, waarom maak je dan niet je eigen symbolen, zouden alleen de symbolen en de sacramenten van de Kerk zo’n kracht hebben, en jouw symbolen niet? 
Waar pakt de bekoring jou? Wij hebben hier symbolen neergezet, niet om betere te bedenken, geen teken heeft zo’n kracht als het sacrament van de Eucharistie, deze symbolen mogen ons helpen denken aan die tijd van beproeving van Jezus. Je kunt het niet verzinnen, of Jezus heeft het meegemaakt, heeft zelf stand moeten houden in de bekoring. 

De drie bekoringen staan voor alles wat we ons kunnen bedenken, drie hoofddomeinen van ons leven: Eerst het brood, het voedsel, alles wat met het lichaam, te maken heeft, eten en drinken, kleding, huisvesting, sexualiteit, luxe, economie, verzekering, veiligheid; zetten we alles naar onze hand, hoever gaan we met genetische manipulatie om onze behoeften te bevredigen, waar zoeken we onze veiligheid en zekerheid? Beveel deze stenen dat ze in brood veranderen, zegt de duivel. Jezus sprak: Een mens leeft niet van brood alleen. Waarvan dan wel? De Bijbel zelf geeft het antwoord: ‘van elk woord dat komt uit de mond van God.’ 

De tweede bekoring staat voor een ander domein, voor aandacht, eer, bevestiging, sociale contacten, erkenning, carrière, ontplooiing, de top bereiken, de beste zijn. De hoogste eer is de goddelijke eer. De duivel wil Jezus alles geven, als hij maar de goddelijke eer krijgt. Het is eenvoudig, wie de wereld, de eer brengt die God toekomt, wordt dienaar van de wereld. Als Jezus de duivel, het kwaad gehoorzaamt, blijft deze de baas. Wie buigt voor de wereld om van de wereld eer te krijgen, wordt slaaf van de wereld. Eer en aandacht, status, het maakt ons afhankelijk en onvrij. Wie dit alles aan God laat en van God ontvangt, vindt vrijheid in God. 

De derde bekoring is een zeer geraffineerde. Een bekoring voor theologen, voor schriftgeleerden, voor gelovige mensen in het algemeen, je vertrouwt toch op God, laat God het dan maar bewijzen. De bekoring om de Bijbel letterlijk te nemen: ‘het staat er toch’, om elk schriftwoord op alle omstandigheden toe te passen: ‘gooi je maar van deze koepel af’; de bekoring om God op de proef te stellen. 

Jezus staat sterk in de beproeving. Maar Hij moet die beproevingen wel ondergaan. In feite ondergaat Hij ze niet om God iets te tonen, maar om ons te tonen; hoe wij in de beproeving sterk kunnen staan, met Gods Woord, radicaal, direct, niet in gesprek gaan met de verleider en de verleiding. Dan overwinnen wij met Hem. Amen. 



Reacties? Stuur een e-mail.

Terug naar top van deze pagina

Terug naar homepage