Homilie op de dertigste zondag door het jaar C
(reeks 2000-2001)

ANDERE PREKEN VAN DE WEEK

Voor de tekst van de Evangelie-lezing van deze dag en een meditatie
klik hier en zoek de juiste week



KLIK HIER OM DE PREEK TIJDENS DE VIERING VAN HET LAATSTE WEEKEND TE BELUISTEREN (Real Audio)

KLIK HIER OM DE WEEKEND-VIERING IN ZIJN GEHEEL TE BELUISTEREN (Real Audio)




Preek op de dertigste zondag door het jaar C, serie 2000-2001, C2001DHJ30.html 
in de parochie van de H. Bartholomeus te Poeldijk, door pastoor Michel Hagen, 
zat./zond. 27/28 okt. 2001, 19.00/10.00 uur.  A.M.D.G.  

Za/Zo   E.L:  Sir. 35, 15b-17. 20-22a 
            EV:   Lc. 18,9-14 

Homilie 

Met wie zou u zich nu het liefst vergelijken; met dIe Farizeeër of met dIe tollenaar? U kunt natuurlijk denken: 'zo hooghartig en protserig, zo zelfingenomen en elitair als die Farizeeër, nee, zo ben ik gelukkig niet. God ik dank u dat ik niet zo ben als die Farizeeër in dit verhaal.' Maar dat lijkt wel heel veel op dat andere gebed: ‘God ik dank U, dat ik niet zo ben als die tollenaar .....’ 

Met wie zou u zich het liefst vergelijken? Kijken we naar onze omgeving. Met wie zouden wij onszelf willen vergelijken? Dat valt niet mee, denk ik. Er zijn veel beroemde mensen: Gandhi, hij heeft door geweldloos verzet India zelfstandig gemaakt en een nieuwe tijd binnengeloodst, Nelson Mandela, heeft een ommekeer in Zuid Afrika teweeg gebracht, grote mensen, maar wat heeft het voor zin jezelf met hen te vergelijken, wij zitten niet op die posities, we zijn geen politici, geen beroemde mensen waar heel de wereld naar kijkt. 

Met wie kunnen we onszelf vergelijken? Jonge mensen kijken op naar TV- en filmsterren, naar helden in de sport, naar muzikanten in clips of op grote festivals, ze dragen dezelfde kleding, hangen posters op, willen dezelfde piercing, ze zien hen soms als een idool waar ze over dromen. 

Met wie vergelijk wij onszelf? Mensen kijken soms naar Big Brother programma’s, naar soaps en amuzementsprogramma’s. Ze zien gedrag waar we niet blij mee zijn, maar we horen zeggen: ‘het is gewoon, het moet kunnen, we leven tenslotte in deze tijd, die dingen kun je niet meer terugdraaien, je moet daar niet zo moeilijk over doen enzovoort.’ Aan wie spiegelen we ons, hebben we nog een voorbeeld dat ons inspireert, waarvan je zegt: ‘Zo zou ik wat meer willen worden.’? 

Maar, waarom zou je jezelf met iemand vergelijken? Is dat wel zo verstandig? Soms wel, soms niet. Het punt is, dat we dat eigenlijk automatisch doen, het heeft met onze menselijke manier van doen te maken. Babies doen hun ouders na, ze gaan lijken op hun ouders, niet alleen door aanleg of in het uiterlijk, maar ook in spreken, in manier van doen, zelfs in denken en voelen. Een kind leert door na te doen. Zolang wij kind zijn, blijft dit proces van belang. Wanneer je volwassen bent, sta je op eigen benen en mag je op jouw beurt weer een voorbeeld zijn voor de volgende generatie. 

Je ontkomt er niet aan om te vergelijken. Wanneer een schaatser voor zichzelf Rintje Ritsma als voorbeeld neemt, dan wil hij zich spiegelen aan zijn inzet, training en prestatie. In de sport is het gemakkelijk zulke modellen te vinden. Wanneer een politicus zich spiegelt aan Lubbers, dan wil hij misschien ook eens minister president worden en een lange carrière realiseren. In dat geval is het een uitdaging. Maar in het gewone leven gaat het vaak juist andersom. 

Kijken we naar de Farizeeër en de tollenaar. Met wie willen we ons vergelijken? Als we ons liever niet met de Farizeeër vergelijken, dan misschien met de tollenaar. Maar die tollenaar zegt: ‘God wees mij zondaar genadig.’ Daarin horen we een woord, dat in deze tijd moeilijk valt; 'zondaar'. U weet dat ik nog weleens over de biecht spreek. Niet om mensen terug te halen in rijen voor de biechtstoel, om een oud rijtje op te zeggen dat ze als kind uit het hoofd hebben geleerd en dat in wezen niets meer met hun huidige leven te maken heeft. Ook niet om mensen in te peperen dat ze toch maar heel zondig en slecht zijn, dat ze niets anders zijn dan slechtigheid. Zulke voorbeelden kennen we uit het verleden. Hoe spreek ik dan wel met regelmaat over de biecht? Dat de biecht een sacrament van genade is, van genezing en vergeving. Deze tollenaar weet dat hij tekort schiet. De Farizeeër niet. 

Maar hoe is het tegenwoordig. Mensen zeggen snel: ‘Wat doe ik nu verkeerd? Ik steel of bedrieg niet, ik blijf mijn echtgenoot of echtgenote trouw. Wat voor zonde doe ik dan?’ Dan steeg die Farizeeër nog een stuk bovenuit: ‘Ik vast tweemaal per week, geef 10 % van mijn inkomen. Wie van ons doet dat; 10%? 

Met wie vergelijken we ons. Eigenlijk is dit Evangelie een beetje wonderlijk. Let op Wie het vertelt. Wanneer we ons met de Farizeeër vergelijken, dan zijn we gewaarschuwd voor eigenmachtig en eigengereid gebed, waarbij we denken en doen alsof we alles van onszelf hebben. Maar wanneer we ons met de tollenaar vergelijken, mag het niet zo zijn dat we zijn materialistische en egoïstische levenswijze navolgen. Wat Jezus ons voorhoudt is dat de tollenaar echt berouw had, dat hij zich bewust was van zijn zonden en zo naar God ging. 

Daarom dat sacrament van de biecht. Jezus prijst het in die tollenaar dat hij besefte dat hij een zondaar was en dat hij bereid was dit aan God te belijden. Wanneer wij dus in onze tijd zeggen: ‘Wat doe ik nu verkeerd', staan we in feite dichter bij de Farizeeër dan bij de tollenaar. Als Jezus mag kiezen, heeft hij blijkbaar liever met een tollenaar te doen die weet dat hij een zondaar is, dan met een farizeeër die vindt dat hij rechtvaardig is en blij dat hij niet zo slecht is als die tollenaar. 

Toch is het echte vergelijkingspunt natuurlijk Jezus Zelf. Met wie vergelijken we onszelf. Hebben wij een idool, een ideaal model? Jezus bidt niet hooghartig als een Farizeeër, maar hij leeft ook niet zo egoïstisch en geldzuchtig als de tollenaar. Wij hebben identificatiepersonen nodig, waaraan we ons op kunnen trekken. Het is zinloos om neer te kijken op anderen, omdat ze niet zo ontwikkeld zijn, of minder rechtvaardig als wij onszelf vinden, of wat dan ook. Vergeleken met Jezus zijn we zelf nog maar beginnelingen. 

Jezus geeft niet slechts 10% van zijn bezit, Hij geeft zichzelf, met al wat hij heeft. Hij hoeft zijn eigen zonden niet te belijden maar vraagt vergeving voor anderen. Wanneer we onszelf met Hem vergelijken, dan weet je dat je meteen alle eigenwaan en zelftevredenheid kan laten varen. 

Dan besef je dat je gewoon een zondaar bent, en dat zoiets tot bescheidenheid aanspoort. Tegelijk weet je dat als Jezus zoveel clementie met die tollenaar heeft, Hij blijkbaar ook met ons begaan is. Dat troost, bemoedigt en spoort ons aan om gewoon te zeggen: 'God wees mij zondaar genadig.' Want alwie zich opblaast, wordt teruggezet, maar wie zich klein maakt, wordt door God opgetild. Het voorbeeld is duidelijk, nu de praktijk nog. Amen. 



Reacties? Stuur een e-mail.

Terug naar top van deze pagina

Terug naar homepage