Homilie op de achtste zondag door het jaar b
(reeks 1999-2000)

ANDERE PREKEN VAN DE WEEK

Voor de tekst van de Evangelie-lezing van deze dag en een meditatie
klik hier en zoek de juiste week

Preek op de achtste zondag door het jaar B, serie 1999-2000, B2000ZDJ08.html.
In de parochiekerk van de H. Bartholomeus te Poeldijk, door pastoor Michel Hagen,
za/zo 26/27 februari 2000, 10.00 uur.  A.M.D.G.

Thema za. / zo.:  De bruiloft vieren / Gezinsviering - God in beeld
Zang  za. / zo:  Dameskoor NL / kinderkoor

E.L. za.:  Hos.  2, 16b. 17b. 21-22
EV.:   Mc.  2, 18-22 / Mt. 5, 13-16

Homilie (zaterdag)

Een bruiloft. Heerlijk toch, een gelukkige bruidegom en bruid, gelukkige ouders, familie en vrienden, feest, heerlijk eten en drinken, dansen, de zorgen van alledag vergeten. Er is één ding wat dan zeker niet past: vasten. Vasten staat haaks op de vreugde van een bruiloftsfeest. Om die reden werd er vroeger nooit getrouwd in de vastentijd, die twee verdragen elkaar niet. Nu geldt dat nog voor de goede week, als we herdenken dat Jezus werd gevangen genomen en gedood. Met het Evangelie van vandaag in gedachten gaan we dat beter begrijpen; Jezus zegt: "Er zullen dagen komen dat de bruidegom van hen is weggenomen; en dan, in die tijd, zullen ze vasten".

Maar vandaag denken we aan de bruiloft. Eigenlijk is het vreemd. Een kind verlaat het huis, gaat weg, een zoon, een dochter, je neemt afscheid en toch vier je feest. Je ziet dan ook vaak tranen bij een huwelijk, tranen van geluk zijn vermengd met tranen van een andere emotie, je kind verlaat je huis, je vertrouwt je kind aan een ander toe.

Hoe komt het dan dat toch de feestvreugde de boventoon voert. Dat is, denk ik, omdat het een feest is van de liefde. De liefde is iets dat ons zo diep raakt dat het alles overstijgt. De apostel Paulus bezingt het in het hooglied van de liefde: "Al spreek ik met de tongen van engelen en mensen, als ik de liefde niet heb, ben ik een galmend bekken en een schelle cymbaal. De liefde is geduldig en goed, is niet afgunstig, ze zoekt zichzelf niet en laat zich niet kwaad maken. De liefde vergaat nimmer".

Op een bruiloftsfeest willen we even toegeven aan die droom van het sprookjeshuwelijk. Dat dit toch dat huwelijk mag zijn waarin de liefde volmaakt is. Tegelijk zijn we nuchter, want elk huwelijk, van de liefste mensen, kent zijn ups en downs. Maar de droom zit ons in het hart gebakken.

De echte liefde, daar dromen wij van, dat is de liefde waarover Jezus spreekt, de liefde van iemand die bereid is zijn leven te geven voor de ander. Waarom is iedereen ontroerd bij de film The Titanic? Als aan het slot die jongeman zijn geliefde op het vlot laat uitrusten, sterft hijzelf langzaam in het ijskoude water. Hij sterft voor haar, opdat zij wordt gered. Zo’n liefde, al is het maar een film, ontroert omdat hij uitstijgt boven de menselijke maat van alledag.

Zo spreekt Jezus over de bruidegom, dat is Hijzelf. Zo spreekt Hij ook over de goede herder of de koning. Wat doet Hij, als Hij dit betrekt op zichzelf? Het antwoord is eenvoudig: Zo maakt Jezus de eeuwige, onzichtbare God zichtbaar voor ons. Als de profeten over God spreken als een herder, dan verschijnt Jezus als de Goede Herder. Als de profeten over God spreken als de koning, dan zegt Jezus: “inderdaad, koning ben Ik ...’. Als de profeten over God spreken als de bruidegom, we hoorden het vandaag in de eerste lezing, dan verschijnt Jezus als de bruidegom. Jezus is het beeld van de levende God. Hij maakt zichtbaar op aarde wat van alle eeuwigheid reeds bestond in God.

Hiermee komen we bij de kern van ons geloof, van de openbaring. Wat van eeuwigheid bestond in God, wordt voor ons zichtbaar op aarde. Die gedachte kun je doortrekken. Niet deze wereld die wij zien is de werkelijke wereld. Deze schepping laat ons iets van God zien. God is de echte werkelijkheid. De schepping, de natuur, de wetten van de zwaartekracht, de regelmaat van de seizoenen, dat alles ervaren wij als uiterst betrouwbaar. Dat was gisteren zo, dat is morgen zo, daar kun je op rekenen. Zo wordt in de schepping de trouw en betrouwbaarheid van God Zelf zichtbaar, van God die dit alles geschapen heeft. Genieten wij van de schoonheid van de natuur, van een zonsondergang, van een pasgeboren leven, het groeien en bloeien in een eindeloze afwisseling en pracht, dan zien we daarin een fractie van de eindeloze schoonheid van God. Die schoonheid van God bestond er al, voordat het heelal vorm kreeg.

Zo is het ook met de bruidegom Jezus. Hij laat zien wat er al bestond, lang voordat de mens op aarde rond liep. Bij God begint alle vader- en moederschap, bij God begint alle zorg van de goede herder, van de koning, van de leraar, van de geneesheer, van de bruidegom. Wij mogen iets laten zien van God, de mens is beeld van God. Niet andersom.

Jezus, de bruidegom. Hoe geeft Jezus nu inhoud aan dat bruidegom zijn van God, hoe is Jezus bruidegom en wat betekent dat voor ons? U weet nog wel hoe God verscheen aan Mozes, in de brandende doornstruik. Misschien hebt u een impressie gezien in de film 'Moses, prince of Egypt'. God openbaarde toen zijn Naam: “Ik ben die is, ofwel - Ik zal er zijn voor jullie”. Zo zegt Jezus ook aan het eind van zijn leven: “Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voleinding der wereld”. Jezus is “God met ons; Emmanuel”.

Daarin zien we doorschemeren hoe Hij bruidegom is. Hij maakt de droom waar. Hij is de bruidegom die er helemaal is voor de bruid, voor Wie de bruid alles is, voor Wie de bruid de enige is, Die voor haar zijn leven wil geven, die Hij trouw blijft in vreugde en verdriet, in armoede en rijkdom. Hij is de bruidegom die maakt dat de bruid leeft, die haar vruchtbaarheid schenkt, die haar voedt en van alles wat zij nodig heeft, voorziet. Hij is de ware Bruidegom.

Toch vreemd ... of niet? Jezus is de bruidegom, maar nergens lezen we dat Hij getrouwd is. Integendeel, Hij spreekt zijn leerlingen zelfs over het ongehuwd zijn, het eunuch zijn, het celibaat, het is de manier waarop Hijzelf leeft, als een bijzondere weg om in dienst te staan van Gods Koninkrijk.

Jezus, als Hij dan de bruidegom is, met wie is Hij dan getrouwd? Wie is de bruid. Het antwoord ligt in zijn leven. Voor wie heeft Hij zich gegeven? Wie blijft Hij trouw? Voor wie sterft Hij? Hij sterft voor zijn Kerk, ja, voor de hele mensheid, in zekere zin zelfs voor heel de schepping die op verlossing wacht.

Zo zien we iets doorlichten van het mysterie van de Kerk, van de gedoopte, van de priester, van de religieus en van het sacrament van het huwelijk, van het Nieuwe Verbond, van de nieuwe wijn in nieuwe zakken. De Kerk van Jezus is méér dan een groep mensen, méér dan een instituut, méér dan mensenwerk. De Kerk viert in dit jubeljaar dat haar Bruidegom tweeduizend jaar geleden is verschenen; zichtbaar, voelbaar, en dat Hij haar al tweeduizend jaar trouw blijft met dezelfde liefde die Hij toen heeft getoond op het kruis. Is dat nu het droomhuwelijk? Helaas niet, want onze menselijke zwakheid is heel reëel en onze menselijke liefde heel beperkt. Wat heerlijk dan, dat Hij trouw blijft, zelfs als wij tekortschieten. Dát bruiloftsfeest vieren we hier en nu. Amen.


Terug naar top van deze pagina

Terug naar homepage