Preek op de tweede zondag door het jaar B,

serie 1999-2000

ANDERE PREKEN VAN DE WEEK

Voor de tekst van de Evangelie-lezing van deze dag en een meditatie
klik hier en zoek de juiste week

Preek op de tweede zondag door het jaar B, serie 1999-2000, B2000ZDJ02.html.
In de parochiekerk van de H. Bartholomeus te Poeldijk, door pastoor Michel Hagen,
za/zo 15/16 januari 2000, 19.00 uur/10.00 uur.  A.M.D.G.

za./zo Thema:   Zo begint het
zang:    Jongerenkoor/Gemengd Koor

Inleiding Exodusverhaal
Sam.
EV.:  Jo. 1, 35-42

Homilie

Hoe komt het toch dat het woord oud dikwijls zo’n negatieve bijklank heeft gekregen. Ouwe koek, ouderwets, ouwe koeien uit de sloot halen, alles veroudert snel, hoe ouder hoe gekker, ouwe taaie, ouwe bok, oudbakken. O, dat is oud, doe dat maar weg.

Het komt natuurlijk uit het gewone leven. Levensmiddelen moeten vers zijn, kalfsvlees is malser dan het vlees van een oude stier en oude mensen weten dat ze statistisch gezien dichter bij de dood staan dan jonge mensen. Toch is het iets dat per cultuur verschilt. In Afrika en in veel andere gebieden staan oudere mensen automatisch in aanzien. In onze wereld sta je in aanzien wanneer je carrière maakt, een flinke bankrekening hebt, een invloedrijke positie in zakenwereld en politiek. Jong en dynamisch zijn nog steeds sleutelwoorden ze lijken bijna haaks te staan op oud en wijs.

Maar oud kan ook positief zijn: oude liefde roest niet, goud van oud, oude wijn is het best, oude kunst wordt steeds meer waard, een ouwe getrouwe daar kan je op rekenen, de goeie ouwe tijd geeft dierbare herinneringen, zoals de oude zongen piepen de jongen. Het is goed om van tijd tot tijd de waarde van het oude weer eens naar voren te brengen.

Wanneer wordt oud nu als positief ervaren? Natuurlijk als het om iets unieks gaat, iets dat niet meer te herhalen is. Maar ook denk ik als het de klank van oorspronkelijk heeft. Oorspronkelijk, daar waar het allemaal begonnen is.

Waarom komen Amerikanen naar Europa, waarom zoeken talloze mensen hun stamboom na, waarom is Afrikaanse kunst ineens weer in? We ervaren er het oorspronkelijke in. En dan komt de volgende vraag! Waarom vinden we dat dan belangrijk, die oorsprong, dat oerbegin, waarom zoeken we dat steeds weer op? Ik denk omdat het ten diepste iets over onszelf zegt. Iedere mens heeft ergens diep in zich dat verlangen steeds beter en dieper te weten wie hij of zij zelf is, identiteit.

Dat is in het geloof precies hetzelfde. Misschien gaat het daar in het geloof wel juist om. Altijd keren we weer terug naar die eerste momenten van onze Kerk. Wat hebben die eerste leerlingen toen gevonden, waar waren ze helemaal van vervuld? Zo sterk dat het hun leven op zijn kop zette?

Vandaag kijken we weer eens hoe het begon. Twee leerlingen van Johannes de Doper. Het begint ermee dat Johannes sportief is en niet jaloers. Hij is geen streber die zelf het messiasschap nastreeft. Hij weet dat hijzelf de messias niet is en Jezus dat wel is. Hij zegt: Zie het lam Gods. Met dat korte zinnentje begint het. De twee leerlingen gaan achter Jezus aan. Ze willen zien waar Hij woont, hoe Hij woont, hoe Hij leeft. Ze willen weten wie Hij is. Dan nodigt Jezus hen uit: Ga mee om het te zien. Die dag bleven ze bij Hem.

Denk eens aan de eerste avond dat je als kind uit huis logeerde, de eerste avond op kamp, de eerste avond bij je vriend of vriendin thuis, de eerste avond na het huwelijk in je eigen huis. Je kunt gemakkelijk over dit zinnetje heen lezen. Die dag bleven ze bij Hem. Maar dat is nu precies waar het om ging. Daar is de geboorte van de Kerk. De eerste leerlingen die bij Jezus blijven.

Als je het zo vlugweg leest is er niets spannends aan, geen bungy jumpen, of sky diving, geen diepzee duiken of een 24 uurs dansmaraton of ik weet niet wat voor spannende en enerverende gebeurtenis. Het is eenvoudig, stil, intiem, vertrouwd, rustig en toch sterk. Zo sterk dat het al 2000 jaar doorgaat.

Wat hebben die twee leerlingen daar nu gezien? Ze hebben iets gezien, want als ze weg gaan zijn ze één brok vuur. De eerste die Andreas ontmoet is meteen de klos. Zijn broer Simon. Wij hebben de Messias gevonden. Je voelt de innerlijke spanning van een eeuwenlange verwachting, de Messias. Dit is waar ze al die tijd over hadden gesproken, waar de profeten naar uitkeken, wat zij als broers zochten en nu hebben gevonden. Hij is het.

Er staat een bord in de tuin. Jezus 2000 jaar. Zo’n bord roep reacties op, zeker de eerste dagen, het komt zelfs in de krant. Juist niet omdat het oud is, maar omdat het nieuw is, omdat het oorspronkelijk is. Als het er een poosje staat, kijken mensen er gaandeweg langsheen. Dan is het nieuwe eraf en roept het weinig reactie meer op. Zoals de naam Jezus voor velen oude koek is.

Maar het staat er omdat we er niet aan voorbij willen gaan, net zoals Andreas het moest vertellen, zo roepen we het dit jaar weer van de daken. Als je de kracht van het kerk zijn op het spoor wilt komen, dan kun je het best over dit Evangelie mediteren. Als u zich afvraagt wat de mensen doen die hier op zondagmiddag naar de aanbidding komen, zo tussen 4 en 5, dan is dat hetzelfde als wat die twee leerlingen deden. Bij Jezus zijn. Als u zich afvraagt wat de mensen doen die een Alpha Cursus volgen, dat is samen kijken waar Jezus verblijft. Samen Hem op het spoor komen. Dan zeggen ze na een poosje hetzelfde: wij hebben de Messias gevonden.

Die leerlingen hebben de moed gehad achter Jezus aan te gaan. De moed gehad bij Hem te blijven. Zij hebben de eerste stappen gezet en zij nodigen ons uit hetzelfde te doen.

We moeten er weer aan wennen, maar we worden het ons weer meer en meer bewust. Het gaat in de Kerk niet in de eerste plaats om de regels, om de moraal of de gewoonten, het gaat niet in de eerste plaats om het instituut of de ambtsdragers of de liturgie, het gaat zelfs niet in de eerste plaats om de Bijbel. Het gaat om Jezus. Ze hebben niet een boek gevonden of een instituut of een lijst met geboden. Ze hebben Gods Zoon gevonden en toen zij Hem gevonden hadden kwam al het andere er als vanzelf bij.

Ik wens u en mijzelf die ervaring, die oorspronkelijke ervaring die zo oud is en toch steeds weer nieuw, het bij Jezus zijn. Het bij God zijn. Dat kan hier in de kerk, dat kan thuis, dat kan in de stilte, bij mensen, maar we moeten het wel leren en steeds weer op het spoor komen. Daar zullen we ook meer en meer ontdekken wie we zelf zijn, daar begint het. Amen.
 


Terug naar homepage